zondag 14 oktober 2012

Dag 15 Palmwag: excursie naar de Himba


7.30 uur: Even genieten van het uitzicht vanaf het terras van het Palmwag restaurant. Dit is het  vertrekmoment voor een dagexcursie naar een Himbadorp. Hoewel er een minimum aantal deelnemers voor deze excursie stond, hadden we een grote (gesloten) safari-auto en gids/chauffeur Richard helemaal voor ons alleen. De tocht ging C43 richting Sesfontein/Opuwo. 


Het eerste deel voerde door natuurgebied, waar we veel zebra's en ook wel andere dieren hebben gezien en waar Richard ook steeds naar leeuwen speurde - helaas zonder resultaat. Er is een kleine populatie in dit gebied. Een Nederlands echtpaar, dat we eerder op onze reis ontmoet hadden, had gisterenavond bij de gamedrive verschillende leeuwen gezien. Bofferds! Verder op onze tocht, waar bewoning is, zouden we vooral geiten, schapen en koeien van de bevolking tegenkomen.
Hartmann bergzebra's










twee mooie kudubokken


Dit mooie Himbameisje kwam met haar kudde koeien aanlopen en begon een praatje met Richard. Deze foto's heb ik heel snel genomen en ze was er eerst wat verlegen mee, maar Richard stelde haar blijkbaar gerust en het was oké.


Mensen wonen hier in eenvoudige onderkomens, soms niets meer dan een tent, omdat ze rondtrekken terwille van het vee. Ze leven van en voor hun vee. Als er geen voedsel voor de dieren meer is, trekken ze weer verder. Daarbij schijnen ze wel vaste plaatsen te hebben, want ze hebben bijvoorbeeld ook vaste begraafplaatsen voor hun doden.
Over welvaart kun je verschillend denken. Wij kijken hiernaar met onze westerse ogen, gewend als we zijn aan consumptiemaatschappij en overvloed. Maar Richard merkte op dat de mensen hier best gelukkig zijn met hun leven - ze willen vaak helemaal niet anders - en dat ze het niet slecht hebben, omdat ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Dat ligt anders in de steden, waar mensen voedsel en alles moeten kopen, terwijl ze weinig of geen inkomsten hebben.

Een Kori Bustard












Prachtige bomen





Gids Richard is geen Himba, maar een Herero. Hij heeft evenwel de Himbataal leren spreken en kan zo als gids voor toeristen optreden. Zelf komt hij uit een van de dorpen die we passeerden op weg naar het Himbadorp. Ergens onderweg stond een familie uit zijn dorp te liften en onze auto bood meer dan voldoende ruimte om hen mee te nemen en thuis af te zetten. Dat levert dan weer een paar kleurrijke plaatjes op en de dank was dus wederzijds.


Ons doel voerde ons nog een stuk verder over de weg: na de afslag naar Sesfontein was het nog 20 minuten rijden!


Bij aankomst bleek het dorp nagenoeg verlaten, er worden geen afspraken gemaakt over de komst van toeristen. Hoe zou dat ook moeten: telefoonverbinding is er niet. Maar al snel kwamen meisjes en een paar kinderen aangelopen; ze waren water wezen halen bij de bron.

Het linker kind op de foto onder is een meisje: twee gevlochten/gedraaide staartjes naar voren op het hoofd. Jongens hebben één staartje naar achteren.

In bomen worden bergplaatsen gemaakt om voedsel in op te bergen en fris te houden (rechtsonder). Nu is deze helemaal open, maar dichtgesmeerd schijnt het voldoende koel te kunnen houden om bijvoorbeeld verse kaas in te bewaren. Melk van de geiten wordt dezelfde dag geconsumeerd.

 

De jongens lagen er wat verveeld bij en ook de inmiddels gearriveerde dames hadden plaatsgenomen op uitgespreide kleden en maakten over het algemeen een weinig enthousiaste en nogal ongeïnteresseerde indruk. Wat dat betreft was het Damara Living Museum veel levendiger geweest en had veel meer mogelijkheden tot communicatie geboden. Hier voelde ik me een beetje voyeur en eigenlijk alleen welkom voor de inkomsten die je met je meebrengt. Richard had ons bij aanvang gezegd: vraag! Hoe meer je vraagt, des te meer informatie krijg je. Maar die vragen stelden we aan hem en hij gaf de informatie. Deze Himba spreken geen Engels en de dames kwamen er nauwelijks aan te pas. Mannen zie je hier sowieso niet. Jongens trekken tegenwoordig steeds vaker naar de stad, waar het gevaar van drank op de loer ligt. Wel begint het besef van de noodzaak van onderwijs door te dringen, maar hoeveel effect de schoolbus werkelijk scoort, laat zich raden.

De kindertjes riepen dat we naar de hut moesten komen en namen ons aan hun hand mee naar binnen. Daar wachtte ons dit meisje en ze demonstreerde hoe ze haar lichaam insmeert met de rode pasta, die dusdanig reinigt dat deze douche en zeep overbodig maakt. Vroeger werd dit met boter gedaan, tegenwoordig gebruiken ze daarvoor vet uit een potje.



Na ons bezoek aan de hut en het beantwoorden van al onze vragen, hadden de vrouwen alle plastic zakken geleegd op de kleedjes en werden we uitgenodigd om een kijkje te nemen en liefst natuurlijk iets te kopen. We hebben inderdaad ook hier weer verschillende snuisterijen gekocht, omdat dat de beste manier is om deze mensen te steunen en ook omdat ze echt mooie en leuke spulletjes hadden. Prachtige sieraden zijn erbij, zoals de grote halskettingen, maar die zijn ook heel zwaar. Niet echt praktisch voor het vliegtuig!



Natuurlijk moet je ook mensen teleurstellen, maar over het geheel waren de dames wel tevreden met hun inkomsten. Misschien dat daardoor de sfeer bij ons afscheid wat meer ontspannen was. 



Betaling voor ons bezoek vindt plaats in de vorm van zakken meel en potjes gelei. 


 Deze bomen noemt men Bottle-tree (Pachypodium lealii)

Deze bomen zie je hier veel: soms met grote holle gaten in de stam en schijnbaar dood. Maar bij nadere beschouwing blijken ze prachtige bloemen te dragen. Het zijn succulenten, de stammen bevatten veel vocht. Dieren weten dat en maken die gaten in de boom om bij het vocht te kunnen. De bomen schijnen daarvan niet dood te gaan.


De Sesriemafslag al weer voorbij, kwamen we bij Khowarib en daar stuurde Richard een weg in waar toenemend groen en een kleine canyon de aanwezigheid van water deed vermoeden.


Een ezelskar met op de zijkant: God is love. Volgens onze gids is meer dan 90% van de Namibiërs christen. Weliswaar spreken ze o.a. bij de Himba via het heilige vuur met de voorouders en tot God en zijn deze oude gebruiken nog steeds van toepassing, maar het is wel de christelijke God. 


Verrassend opende zich voor ons de groene vallei van de Hoanib. Wat een idyllische plaats voor een picknick! Terwijl Rob Richard hielp met de picknicktafel, drukte ik me en ging even met de camera genieten van deze groene oase. De enorme boom is de Ana-boom. Deze brengt prachtige bloemen en vruchtdozen voort en biedt onderdak aan vele vogels. Het duurde even voor ik deze Southern Yellow-billed Hornbill kon ontdekken tussen al het gebladerte.


Ana tree (Acacia albida)




Redbilled Spurlfowl/francolin / Rooibekfisant

 Blacksmith Lapwing/Plover / Bontkiewiet

Voor wie kampeert: dit is een prachtige plek:


Terug naar Palmwag: springbokken herkauwend in rust, een steenbok en zelfs een giraffe, maar geen leeuwen onderweg gezien.







Geen opmerkingen: